Ontleedkundige studien over de aderlijke bloedvaten in den gezonden toestand / door J.M. Schrant.

  • Schrant, Joannes Matthias, 1823-1864.
Date:
[between 1850 and 1859]
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Ontleedkundige studien over de aderlijke bloedvaten in den gezonden toestand / door J.M. Schrant. Source: Wellcome Collection.

Provider: This material has been provided by The Royal College of Surgeons of England. The original may be consulted at The Royal College of Surgeons of England.

    4/44 (page 4)
    gezien Avordt. Het zijn ruitvormige, of zeer lang uitgerekte, in de lengterigting van het vat aan een of aan beide uit- einden in eene fijne spits uitloopende, plaatjes ‘j. Bij het schrappen met den kant van het mes over de oppervlakte eener ader, verkrijgt men ze in groote menigte, Vrij in het vocht ronddrijvende. Daar zij weinig zamenhang bezitten, gelukt het zelden ze tot vliesjes van eenige uitgebreidheid vereenigd *) te verkrijgen; meestal hebben zij losgelaten en plooijen zich dan gaarne of rollen zich in de lengte zamen, hetgeen het beeld onder het mikroskoop zeer verward maakt. Vele van haar zou men voor verlengde vezelcellen kunnen aanzien. Zij zijn evenwel platter en worden door azijnzuur weinig of niet aangedaan, waarbij dan de kernen duidelijker Avorden. Deze kernen, die bij velen onduidelijk geworden of, onder achterlating van eenige korreltjes, ver- dwenen zijn, zijn ev^n als de cel niet zelden verlengd en smaller geworden. Men ziet er, die op een staafje gelijken. Een goed hulpmiddel om de kernen van het vaatepithelium duidelijk te maken, is tinctura jodii. Ook eene oplossing van acid. arsenicosum is hiertoe dienstig; zij Avorden hierin vaak donker zwartachtig. Het is ons eene enkele maal gelukt, door langdurige in- Averking van water, aan platte vaatepitheliumcellen den bolvorm terug te geven. M. j. s. SCHULTZE geeft overgangen aan van verlengde epitheliumkernen tot vezels, die hij op de aorta bij den mensch zegt te hebben aangetroffen. Wij twijfelen aan de juistheid dezer waarneming, ook na het zien van zijne daarvan gegevene afbeelding. Waarschijnlijk Averd hij door zamengerolde losse epitheliuraGellen misleid. Ook geeft hij geene reactie aan. Bij dezen schrijver vindt men overigens fraaije en zeer volledige afbeeldingen van het epithelium der slagaderen. Men ziet een uit ronde of langronde cellen zamengesteld epithelium reeds bij zeer fijne vaten (van 0,0054” diameter, henle). De grensscheiding tusschen de verschillende cellen >) ZLo fig. 4. ») ZlO 'fig. 5. *) De. arteriavum noUonc, sfrnciura etc, Gryphiae 1850.