Aanteekeningen over de ontleedkunde van den carpus der zoogdieren : academisch proefschrift ter verkrijging van den graad van Doctor in de Wis- en Natuurkunde, aan de Hoogeschool te Leiden ... / door Willem Theodoor Vrolik.

  • Vrolik, Willem Theodoor.
Date:
1866
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Aanteekeningen over de ontleedkunde van den carpus der zoogdieren : academisch proefschrift ter verkrijging van den graad van Doctor in de Wis- en Natuurkunde, aan de Hoogeschool te Leiden ... / door Willem Theodoor Vrolik. Source: Wellcome Collection.

Provider: This material has been provided by The Royal College of Surgeons of England. The original may be consulted at The Royal College of Surgeons of England.

    12/102 (page 8)
    aan dc bovenste uiteinden van den radius en van de tibia geplaatst zijn. Met een enkel woord over den carpus en den tarsus van het paard wordt het osteologisch gedeelte dezer verhande- ling besloten. Wat de spieren der ledematen betreft zegt Vicq-d'Azyr ons hoofdzakelijk het volgende. De spieren, die het schouderblad bewegen of aan den romp bevestigd houden, worden in den bekkengordel niet teruggevonden. De m. rhom- boïdeus zou misschien overeenkomen met den m quadratus Jumborum, zegt Vicq-d'Azyr, ten minste, zoo vervolgt hij, de aanhechtingen zijn nagenoeg dezelfde '). 1) Het is waar, de inplantingen komen eenigzins met elkander overeen, wanneer men namelijk in 't oog houdt dat de binnenrand der scapula homoloog is aan dc crista ossis ilei; doch dit is ook het eenigc punt van overeenkomst dat deze spieren aanbieden. — Het is ocne moeijelijke zaak de homologa der spieren, welke het schouder- blad bewegen, in het bekken terug te vinden. Aangezien het bekken op bijna onbeweeglijke wijze met de wervelkolom verbonden is, zal men er de spieren , welke het schouderblad bewegen, niet in terng vinden. De overeenstemming in functie bestaat dus niet, en men zal zich moeten bepalen tot het opsporen van eenige analogieën in de in de wijze van oorsprong en insertie der verschillende spieren. Omtrent de homologa van m. quadratus lumborum heeft H. Meyer, professor der Anatomie te Zürich, eene opvatting voorgedragen, welke meer aannemelijk is dan die van Vicq-d'Azyr. Hij verdeelt den m. quadratus lumborum in twee deelcn, namelijk een voorste gc- creclte: m. scalenus lumborum, en een achterste gedeclto: m. ileo-lum- balis. De m. scalenus lumborum ontspringt van de processus transversi van den 2cn—4<i lendcnwervcl, en hecht zich aan den onderrand van dc twaalfde rib. Eenige bundels ontspringen van dc crista ossis ilei, vóór het buitenste gedeelte van den m. ilco-luinbalis, en hechten zich ook aan den onderrand van de twaalfde rib. — Het homoloog vaa deze spier is dc /«. sealcnus colli.